7.24.2023

FRITS VAN OOSTROM "de Reynaert"

 


"Nooit horen we vaste uitdrukkingen als domme vos, slome vos, oenige vos of wat dies meer zij. Slimme vos is vrijwel pleonasme. "Oranje is een vos" zie in 1564 een Utrechtse geestelijke over Willem de Zwijger. Dat was niet als compliment bedoeld. Een vos is ondoorgrondelijk, onbetrouwbaar en hoogbegaafd in streken". (p.9)

Aan dit fragment uit het boek van professor Van Oostrom kan worden toegevoegd dat niemand minder dan Jezus de toenmalige Joodse koning Herodes Antipas met een gelijkaardig scheldwoord bedacht. 

Zie Lucas 13, vers 31, 32 : "Op dat ogenblik kwamen enkele farizeeën naar hem toe. Gaat u maar liever hiervandaan, zeiden ze, want Herodes wil u doden. Hij zei tegen hen : Ga het die vos maar vertellen : vandaag en morgen drijf ik demonen uit en verricht ik genezingen..."


ILJA LEONARD PFEIJFFER " Alkibiades"

 


"Als een man niet in staat is kinderen bij zijn echtgenote te verwekken, is het voor hen (de Spartanen) logisch dat een andere man de honneurs waarneemt. Zelfs als een echtgenoot daartoe wel in staat is, vinden ze het niet merkwaardig en zelfs lovenswaardig  als zijn vrouw ook nog andere kinderen probeert te krijgen van een andere, jongere man. Ze beschouwen het als een vorm van egoïsme als vrouwen of mannen  hun reproductieve kwaliteiten voor slechts één persoon reserveren. Zulk hysterisch monogaam gedrag is in hun ogen zelfs schadelijk voor het collectieve belang, dat immers gediend is met zoveel mogelijk gezond en sterk nageslacht. Staat er dan geen straf op overspel, vroeg ik. (p.304)



 


OLAF VAN NIMWEGEN " WILLEM V De laatste stadhouder van Nederland 1748-1806"

 

"Toen kort daarna Jozef II onder Franse druk inbond en de Staten-Generaal de rol van Frankrijk als beschermheer van de Republiek erkenden door akkoord te gaan met een defensieve alliantie, leken de patriotten de situatie volledig meester te zullen worden. Tegen betaling van een afkoopsom van 10 miljoen gulden, voor de helft op te brengen door de Republiek en de andere helft door Frankrijk, het permanente vertrek van het Nederlandse garnizoen uit de Barrièrestad Namen en de overdracht  aan Oostenrijk van de Scheldeforten Lillo en Liefkenshoek, zag de keizer af van zijn twee belangrijkste eisen : de opening van de Schelde en de overdracht van Maastricht. Het Frans-Nederlandse bondgenootschap dat een dag na de tekening van de Vrede van Fontainebleau ( 9 november 1785) tot stand kwam, legde de twee contractanten de verplichting op om elkaar militair bij te staan als een van beide werd aangevallen." (p.302, 303)