GOD EN SATAN, of de sadistische, demonische God :
"...En dan verschijnt de duivel bij God tezamen met Gods zonen en zegt tot de Heer dat hij de hele aarde en wat onder de aarde is heeft bezocht.
En heb je mijn slaaf Job gezien ? vraagt God hem.
En God wees de duivel op zijn voortreffelijke, heilige slaaf en zong zijn lof.
Maar de duivel grijnsde bij de woorden Gods : Laat hem maar eens aan mij over en je zult zien dat jouw slaaf gaat morren en je naam zal vervloeken.
En God liet zijn rechtschapene, van wie hij zoveel hield, aan de duivel over, en de duivel trof zijn kinderen en zijn vee, verstrooide zijn rijkdom, alles volkomen onverwacht, als door een donderslag van God, en Job verscheurde zijn kleding en wierp zich ter aarde en riep : "Naakt ben ik uit de moederschoot gekomen, naakt zal ik tot de aarde wederkeren, de Heer heeft gegeven, de Heer heeft genomen (...)...en satan die zomaar met God praat, en God, die Zijn slaaf in het verderf stort..
.Later hoorde ik de woorden van spotters : Hoe kon de Heer zomaar zijn meest geliefde heilige aan de grillen van de duivel overleveren, hem zijn kinderen laten afnemen, hem zozeer met ziekte en zweren treffen dat hij met een potscherf de etter van zijn wonden moest schrapen, en waarvoor : alleen maar om tegenover satan te kunnen pochen :
Zie je wel, wat een heilige om Mijnentwille kan doorstaan !". (p.354, 355).
RUSLAND EN POLEN IN DE 19de EEUW :
"Op Polen, panowie, ik drink op uw Polen, op het Poolse land ! riep Mitja.
Op Polen, paanowie, hoera ! riep Mitje en hief zijn glas.
Op Rusland, panowie, op de broederschap !
Schenk ons ook maar in, zei Groensjenka, op Rusland wil ik ook wel drinken.
Op Rusland, hoera ! verkondigde hij opnieuw.
Op Rusland binnen de grenzen van voor 1772 !
Jullie zijn een stel idioten, panowie ! barstte Mitja opeens uit.
Panie, schreeuwden de beide Polen dreigend terwijl ze als hanen voor Mitja gingen staan". (p.518)