TOLSTOJ VOORSPELT DE EERSTE WERELDOORLOG :
"...en begon Jasjwin Ruslands superioriteit ten opzichte van Pruisen aan te tonen, vooral in de cavalerie-charge...(p.360).
"In de kring, waartoe Koznysjow behoorde, werd in die dagen over niets anders gesproken en geschreven dan over de Servische oorlog. Bals, concerten, diners, speeches, bier, restaurants, alles getuigde van medeleven met het Slavische broedervolk" (p.886).
"Wij moeten de Serven toch helpen. Ik heb medelijden met hen. Ja, en vooral artilleristen hebben ze weinig" (p.892).
TOLSTOJ HAAT DE PRERAFFAELIETEN :
"Wronski en mevrouw Karenina waren volgens Michaljow aanzienlijke, rijke Russen, die geen begrip van kunst hadden, zomin als alle rijke Russen, maar die zich voordeden als liefhebbers en bewonderaars. Zij hebben zeker alle oude meesters afgewerkt en lopen nu de ateliers van de modernen af, de Duitse kladschilders en de dwaze, Engelse Preraphaëlieten..." (p.544).
"...Hij veroordeelde het stuk om de overdreven, opzettelijke, banale eenvoud en vergeleek het met de primitiviteit der Preraphaëlieten in de schilderkunst" (p.789).
"...Hij veroordeelde het stuk om de overdreven, opzettelijke, banale eenvoud en vergeleek het met de primitiviteit der Preraphaëlieten in de schilderkunst" (p.789).