Koning Willem III van Oranje is vooral bekend omdat Multatuli zijn boek "Max Havelaar" aan deze koning opdroeg : "...Want aan U draag ik mijn boek op, Willem den derde, Koning, Groothertog, Prins, ... meer dan Prins, Groothertog en Koning... Keizer van het prachtig rijk van Insulinde, dat zich daar slingert om den evenaar, als een gordel van smaragd ...
Aan U vraag ik met vertrouwen of het uw Keizerlijke wil is :
Dat de Havelaar's worden bespat door den modder van Slijmeringen en Droogstoppel's ;
En dat daar ginds Uwe meer dan Dertig millioenen onderdanen worden mishandeld en uitgezogen in Uwen naam ?
Volgens Dik Van Der Meulen, in zijn magistrale biografie (foto 1)over deze vorst, heeft koning Willem III nooit in het openbaar gereageerd op het boek, ook behield hij het boek niet voor zijn privébibliotheek.
Interessant is wat in het boek te lezen staat over de vermaarde collectie van oude meesters van zijn vader, koning Willem II, gehuwd met de Russische prinses Anna Paulowna. In het koninklijk paleis in Den Haag werden werken bewaard van Jan Van Eyck, Hans Memling, Rubens en Rembrandt.
In 1849 schreef de koningin weduwe aan haar broer tsaar Nicolas dat de schuld van haar echtgenoot, de overleden Willem II, was beraamd op vierenhalf miljoen gulden. Net als zijn moeder was koning Willem III zich maar al te bewust van de schulden die hij had geërfd. Toen de openbare verkoping van de collectie bekend was geworden noemde een Nederlandse liefhebber de verkoop niet minder dan een vorm van heiligschennis, een collectie die haar weerga niet kende werd aldus, met toestemming van de regering en het volk, verkocht aan de hoogste bieder. Er is nog een poging gedaan om de collectie voor Nederland te behouden maar de regering dacht er anders over. Het adagium van de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken, Thorbecke, was dat kunst geen regeringszaak was. En dus gingen de kunstwerken op 12 augustus 1850 onder de hamer : drie Rembrandts, vijf schilderijen van Rubens, twee van Jan Van Eyck (waaronder zijn nu wereldberoemde "Annunciatie"), diverse Memlings, een Murillo en vele andere oude meesters, en verder tekeningen van Leonardo da Vinci, Michelangelo en Rafaël. En daar gingen ze : Rembrandts portret van Nicolaes Ruts voor 3000 gulden, de Lucca Madonna van Jan Van Eyck voor hetzelfde bedrag, Memlings Johannes de Doper en Maria Magdalena, tezamen voor 4900 gulden...Lage prijzen, zelfs voor die tijd. Zo had Willem II voor Rembrandts schilderij van Ruts een veelvoud betaald en voor Van Eycks Lucca Madonna bijna het dubbele. Zo komt het dat de liefhebber voor Rembrandts schilderijen van Nicolaas Ruts en de man in een oriëntaals kostuum naar New York moet en voor diens portret van Titus naar Londen. Van Eycks "Annunciatie" hangt in Washington en zijn Lucca Madonna in Frankfurt (foto 2). Het Louvre bewaart diverse Memlings uit het bezit van Willem II, voor een groot aantal andere werken is een reis naar de Hermitage in Sint Petersburg aan te bevelen.
Johan Comer