1.05.2016

"Toch niet Idesbald"

     TOCH NIET IDESBALD.
foto 1
 
 
foto 2
 
 
foto 3
 
 
foto 4



Sinds het onderzoek van de relieken van de zalige Idesbald in februari 2015 rijst het aantal artikelen op internet over deze figuur de pan uit. Wellicht volgen hier toch enkele nieuwe gegevens.
Algemeen wordt aangenomen dat Idesbald geboren werd rond 1090, hij eerst kanunnik was aan het Sint-Walburgakapittel in Veurne en als zestigjarige intrad in de Duinenabdij te Koksijde. Als voor die tijd een hoogbejaarde man werd hij vijf jaar later als abt verkozen. Jan De Cuyper, ooit pastoor aan de OLV-kerk in Kortrijk, kwam in 1946 met een andere mening : Idesbald Van der Gracht zou afkomstig zijn uit Eggewaartskapelle, was eerst hereboer en weduwenaar met kinderen vooraleer op hoge leeftijd in het klooster te treden. Hoe het ook zij, Idesbald overleed in 1167 of in 1175, het skelet in de kerk van de Potterie zou dus 848 jaar oud moeten zijn.
Het was in 2015 reeds de twaalfde keer dat het reliekschrijn van Idesbald werd geopend voor onderzoek ! In 1237 werd de loden kist voor het eerst geopend en stelden de duinmonniken tot hun verrassing vast dat het lichaam haast ongeschonden bewaard gebleven was. In 1623 greep de tweede translatie (openen en verplaatsing van de kist) plaats : men vond de loden kist terug in de in 1566 uitgebrande Duinenabdij en door toedoen van abt Campmans werd ze meegenomen naar de nabij gelegen hoeve Ten Bogaerde waar de duinmonniken hun intrek genomen hadden. In 1625 bezocht aartshertogin Isabella de hoeve Ten Bogaerde  en stelde vast dat het lijk nog steeds in goede staat was. In 1627 greep de derde translatie plaats : twee jaar na het hoog bezoek verlieten de duinheren het hof Ten Bogaerde en leidde abt Campmans zijn monniken naar de refuge van de abdij Ter Doest in Brugge. Ook de lijkkist van Idesbald werd naar Brugge gebracht. Terloops, de verhuizing van de Duinenabdij naar Brugge was nooit een groot succes : de abdij stond naast een waterloop waar vrachtschepen passeerden en de monniken gingen zonder toelating de stad in ! In 1726 liet bisschop Van Susteren de kist opnieuw openen : toen bleef enkel het skelet over. Einde 18de eeuw verdreven de Fransen de Duinheren uit hun abdij. Ook de kist met de relieken moest de abdij verlaten en werd van 1796 tot 1831 in de Jeruzalemstraat verborgen (foto 1 : paneel op huis 33), later nog in de Verversdijk. In 1831 besloot de laatste duinheer van de abdij, Nicolaas de Roovere, de kist van de Verversdijk over te brengen naar de kerk van OLV Ter Potterie. In 1834 liet Mgr.Boussen de linkerarm van Idesbald uit de kist nemen, om bewaard te worden in de kerk van de voormalige Duinenabdij, is daar nu nog te zien. In 1894 besloot paus Leo XIII tot de zaligverklaring van Idesbald, het is dus nog steeds wachten op de heiligverklaring.
In de week van februari 2015 is nog maar eens een translatie uitgevoerd op het corpus van Idesbald. Verschillende historici, archeologen, fysische antropologen van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen hebben het corpus onderzocht. Dit gebeurde in aanwezigheid van afstammelingen van de familie Van der Gracht. De analyse van het stoffelijk overschot levert een indicatie van de historische ouderdom. De methode bij uitstek is daarbij de datering op basis van het meten van de radioactieve koolstof. Uit de eerste resultaten van het onderzoek blijkt dat het skelet niet gerelateerd kan worden aan Idesbald als derde abt van de Duinenabdij in Koksijde. het antropologisch onderzoek heeft volgende resultaten opgeleverd : het is een mannelijk individu, tussen de 35 en 50 jaar, 1,65 meter groot, heeft geen sporen van trauma's of infecties, vertoont sporen van slechte voeding, abces op tanden, spina bifida, ... Bij het dateringsonderzoek is vastgesteld dat het skelet dateert van de periode 1470 - 1623. Wie is dan deze persoon ? Komen in aanmerking, de volgende abten van de Duinenabdij in Koksijde : abt Jan Crabbe (+1488), abt Judocus De Wevere (+1495), abt Christiaan De Hondt (+1509), abt Jan Teerlinck (+1515).
Op de brandglasramen in de Potteriekapel is het verhaal van de translaties van Idesbald afgebeeld als in een stripverhaal. Zij werden gemaakt in 1931 in het atelier van Peene-De Lodder, ter gelegenheid van de 100-jarige viering van de overbengen van de relieken naar de Potterie in 1831. De vorige glasvensters op die plaats werden in 1884 vervaardigd door Samuel Coecke. Wat daarop de afbeeldingen waren is onbekend. Evenmin waar ze zich nu bevinden, ergens was te lezen dat ze naar een Congolese kerk waren overgebracht. Op het glasraam met de visitatie van aartshertogin Isabella zien we in haar gevolg ook veldheer Ambrogio Spinola (foto 2). Op dit glasraam kloppen enkele zaken niet : de eenvoudige kapel van hoeve Ten Bogaerde is omgetoverd in een ruime gotische kerk ! Het is bekend dat sinds de dood van haar man Albrecht in 1621 Isabella leefde als een ingetogen en onthechte weduwe. Ze kleedde zich in het grauwe gewaad van de Derde Orde van Sint-Franciscus. Op het glasraam is zij als een rijke, luxueus geklede dame afgebeeld. (voor meer daarover, zie het boek van E. De Maesschalck, "Oranje tegen Spanje", p.278). Het laatste glasraam, links, is een uitbeelding van de verering van Idesbald in 1896, twee jaar na de zaligverklaring, toen een groots opgevatte historische stoet in Brugge rondging (foto 3). In de erewacht herkennen we L.Ryelandt, voogd van het gesticht Ter Potterie en eveneens de bisschop van Brugge, Mgr. Waffelaert, met naast hem niemand minder dan Guido Gezelle, groot vereerder van Idesbald. Volgens M.Van der Plas in zijn boek "Mijnheer Gezelle, was Mgr.Waffelaert "de eerste bisschop die Gezelle echt hartelijk genegen was". Ook in 1896, ter gelegenheid van de historische stoet, werd een klein kapelletje aangebouwd voor het relikwieschrijn. De ontwerper was Jean Baptiste de Bethune. Het is te betreuren dat de loden kist werd verplaatst en het kapelletje nu leegstaat (opmerking van Marc De Brabandere). In de vitrinekast bevindt zich een 15de eeuws zilveren hoofd dat Idesbald voorstelt,met duidelijk te zien een beentje uit het skelet (foto 4). Volgens Ludo Meulebrouck, tijdens een lezing van Vomingplus, zou dit beentje wel eens deel kunnen uitmaken van het echte skelet van Idesbald.

       Johan Comer