10.22.2024

YUVAL NOAH HARARI "Nexus"

 


"Een nog extremer voorbeeld is Jezus. ...dat het onmogelijk is om nog iets over de historische persoon te achterhalen. In de ogen van miljoenen vrome christenen is het zelfs heiligschennis om alleen al de mogelijkheid te opperen dat de echte persoon verschilt van het verhaal. Voor zover we weten was de echte Jezus een doorsnee Joodse prediker die een kleine aanhang verwierf met zijn preken en gebedsgenezingen. Na zijn dood werd Jezus echter het onderwerp van een van de meest opmerkelijke brandingcampagnes  uit de geschiedenis. Deze tamelijk onbekende provinciaalse goeroe die tijdens zijn korte carrière maar een handvol discipelen had verzameld en was terechtgesteld als een ordinaire crimineel werd na zijn dood neergezet als de incarnatie van de kosmische god die het universum had geschapen. Hoewel er geen portretten van Jezus zijn overgeleverd en hoewel de Bijbel nooit heeft overgeleverd hoe hij eruitzag, behoren verzonnen weergaven van hem tot de meest herkenbare iconen ter wereld." (p.55)


"...maar mensen laten geloven dat Jezus een god was in plaats van gewoon een inspirerende rabijn." (p.60)


"Het is ook verplichte kost voor iedereen die wil begrijpen waarom de Joden, die twee millennia lang een van de meest pacifistische groepen uit de geschiedenis waren geweest, een van de meest geduchte legers ter wereld opzetten." (p.75)


"Het Jodendom heeft het Nieuwe Testament daarentegen nooit aangenomen en als Joden het over "de Bijbel" hebben, bedoelen ze alleen het Oude Testament, dat wordt aangevuld door de Misjna en de Talmoed. Interessant genoeg heeft het Hebreeuws nog steeds geen woord voor het christelijke heilige boek dat zowel het Oude als het Nieuwe Testament omvat. In Joodse ogen zijn dit twee boeken die totaal geen verband met elkaar hebben en er is simpelweg niet één boek dat beide boeken omvat, hoewel  het waarschijnlijk het meest voorkomende boek ter wereld s." (p.121)


"Vooruitlopend op huidige sterke mannen als Poetin kroonde Augustus zichzelf niet tot koning en bleef hij doen alsof Rome nog steeds een republiek was. De Senaat en de volksvergadering bleven bijeenkomen en de burgers mochten nog steeds elk jaar consuls en tribunen kiezen, maar die instanties en functies hadden geen echte macht meer." (p.178)