"Mijnheer kreeg alles in de schoot gesmeten, kind aan huis bij alleman.
Met zijn lidkaarten van de schijt-Rotary en de Lions Kloten-Club.
Met zijn activiteiten bij de Orde van de Prince godverdomme,
die bende janetten met hun buitenlandse maatkostuums,
hun bekommernis voor de Vlaamse Cultuur
over de landsgrenzen heen en hun..." (...)
Gij, boer Leo : naar een poëzieavond van de Orde van de Prince,
onder woorden moest proberen te brengen wat een priester-dichter lijk Gezelle toch bedoeld kon
hebben met een gedicht dat heette Ego flos...(p.604, 605)
"Die ene keer, dat was in Knokke Het Zoute, zeg maar Cnocke le Soute.
Wat ze daar toch van gemaakt hebben ?
Die klootzak wou gaan golfen in plaats van zich door u te laten trakteren in een deftig restaurant, twee sterren in de Guide Michelin.
Ze spreken daar geen gebenedijd woord Vlaams. Terwijl het toch aan onze kust ligt, achter onze duinen.
Direct monsieur Deskrievèr van hier, monsieur Deskrievèr van ginder.
En dan moet het golven nog beginnen. Dat ze uw kloten kunnen kussen met hun golf-chi-chi..." (p.626, 627).
"En De Vlaamse Leeuw is een van de mottigste en wreedaardigste nationale hymnen die er bestaan.
Die vijfde strofe, weende hij, verschrikkelijk, zo oorlogszuchtig.
Wie kiest er nu als nationaal symbool een pissende kleuter ?
Dat is om pedofielen vragen" (p.839-841).